(oorspr. Eng. woord) noemt men de inzakking van een op een vlakke plaat gestort hoopje beton.
Bij de keuring van beton wordt met de grootte van de s. rekening gehouden. Men stort daartoe de beton in een metalen afgeknotten kegelmantel, onderwijdte 0,20 m, bovenwijdte 0,10 m en hoogte 0,30 m (kegel van Abrams) en meet de inzakking van den betonkegel na het lichten van den mantel.
Stampbeton kent men een slump toe van 1-3 centimeter en gietbeton van 6-9 centimeter. P. Bongaerts.