Een kristalvorm uit het tetragonale of trigonale stelsel, dien men zich het best kan denken als ontstaan uit een bisphenoïd of een rhomboëder, door ieder der zijvlakken door een tweetal dakvormig elkaar snijdende vlakken te vervangen. De trigonale s. komt veel voor bij calciet.
Zie afb. 10 en 12 in kol. 686 in dl. XV.