1° In de middeleeuwen was de P. een bijdrage, die in sommige landen ten behoeve van den paus werd geheven; ze bedroeg één penning per haardstede. Voor het eerst ingesteld door Ina, koning van Wessex (ca. 725), groeide ze in Engeland na verloop van tijd tot een groote jaarlijksche som, die meer dan om den financieelen druk, onpopulair was, wijl ze het nationale gevoel kwetste.
Want slechts enkele landen der Christenheid kenden dezelfde belasting, nl. Schotland, Zweden, Denemarken en Bohemen.
Tijdens en door de Reformatie is de P. overal komen te vervallen.2° In den nieuweren tijd, na de overweldiging van den Kerkelijken Staat in 1860, waardoor de paus van het grootste gedeelte van zijn inkomsten beroofd werd, is door den Belgischen journalist G. Verspeyen het liefdewerk van den P. opgericht, dat geheel vrijwillige bijdragen van de geloovigen inzamelt en zich ras over alle landen verbreidde. Pius IX heeft in 1875 door de encycliek Saepe Venerabiles dit liefdewerk gesanctionneerd. Gorris.