Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-11-2019

Sint Agatha-klooster

betekenis & definitie

Klooster van de Kruisheeren te St. Agatha in de N.

Br. gemeente → Cuyk, huidig generalaat, gesticht in 1371 bij een bestaande kapel van de H. Agatha aldaar onder den mag.-gen.

Pincharius. In 1450 werd de kapel vervangen door de kloosterkerk, die nog bestaat.

Verbouwingen hadden plaats in 1612 (raam met prins Maurits, sinds 1875 in Rijks Museum te Amsterdam), 1853 en 1907. Aan hun Latijnsche school (gesticht 1630) studeerde o.a.

J. van → Neercassel, ook bekend als latinist. Verschillende malen verjaagd, konden de Kruisheeren hun eigendom sinds 1653 van de Oranjes pachten tegen een jaarlijksche „admodiatie”.

Dit contract duurde tot 1886, toen hun door den Staat na een berucht proces bijna alles werd afgenomen. Maar intusschen had het A.-k. in den Napoleontischen tijd het voortbestaan der Kruisheeren gered.

Ondanks vele plunderingen bezit het klooster nog kostbare boeken en handschriften (Joh. van Deventer verluchter). De meest bekende prioren zijn: Verheyen, Penecamp, Golt, Loverix, Gielen.Lit.: C. Hermans, Annales O.S.C. (1858); S. Gielen, in: De Godsdienstvriend (jg. 1832); A. Commissaris, Van toen wij vrij werden (II, 247 vlg.); J. de Pater O.S.C., in: De Orde der Kruisheeren in Nederland (1936).

Beijersbergen v. Henegouwen.

< >