Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Scepticisme

betekenis & definitie

(Gr.: skeptomai = toekijken, m.a.w. niets zeggen: geen „ja” en geen „neen”), twijfelzucht. De wijsgeerige opvatting, dat aan alles moet worden getwijfeld en geen enkele waarheid absoluut vaststaat (➝ Relativisme): men dient zich dus van elke uitspraak te onthouden (Gr.: epochè).

Dit absolute en universeele s. is een wetenschappelijke onmogelijkheid: het is noch te bewijzen, noch te weerleggen, daar elke bewijsvoering een erkende waarheid als uitgangspunt veronderstelt. Ze is daarom ook als methode absoluut onbruikbaar (tegen Descartes).

Het gematigd en particulier s. bestrijdt de mogelijkheid om bepaalde waarheden te achterhalen, bijv. enkel die op physisch (➝ Idealisme) of metaphysisch (➝ Phaenomenalisme) gebied. Particuliere methodische twijfel, als voorloopig standpunt aangaande bepaalde nog op te lossen kwesties, is voor critische wetenschapsbeoefening van het allerhoogste gewicht en werd dan ook van ouds toegepast (Aristoteles, Abaelardus, St.

Thomas).Bekende sceptici waren Pyrrho, Arkesilaos, Aenesidemus, Montaigne, Bayle. Het moderne s. heet ➝ agnosticisme.

v. d. Berg.

< >