(scheik.) zijn de zouten of esters van het → phosphorzuur H3P04. Zij heeten primair, secundair, tertiair al naar gelang één, twee of alle drie de waterstof-atomen door metalen vervangen zijn. Voor zoover zij oplosbaar zijn, reageeren de primaire zwak zuur, de secundaire zwak alkalisch, de tertiaire sterk alkalisch. De bekenste ph. zijn: natriumphosphaat Na2HP04.12H20, kaliumphosphaat KH2P04, natriumammoniumphosphaat (→ phosphorzout), → calciumphosphaat; ferrophosphaat, hetwelk als mineraal meer of minder tot ferrizout geoxydeerd vivianiet heet. Zernike.
De natuurlijke phosphaten, welke hun naam danken aan het land van herkomst: Algiers-, Tunis-, Florida-, Twentsch phosphaat, worden gebruikt:
1° Als grondstof voor de bereiding van → superphosphaat.
2° In een zeer fijngemalen toestand als meststof op zure gronden. De zgn. aardachtige phosphaten, bijv. Algiersphosphaat, werken in dit geval beter dan de zgn. rotsachtige phosphaten, bijv. Floridaphosphaat. Sommige gewassen als boekweit, lupinen en andere vlinderbloemigen, zouden het phosphorzuur van natuurlijke phosphaten beter kunnen opnemen dan andere, bijv. de granen. Eisch: minstens 25% totaal d.w.z. in mineraalzuur oplosbaar phosphorzuur en 90% fijnmeel.
3° Gemengd en daarna gegloeid met andere zouten, vooral kaliumsilicaten, om zoodoende het phosphorzuur meer oplosbaar te maken. De aldus verkregen producten bleken grootendeels of voor de bemesting vrij waardeloos of te duur in productiekosten en verdwenen daarom weer spoedig, o.a. Bernard-,
Wolters-, Tetra-, Vesta-phosphaat; gehandhaafd hebben zich: Rhenaniaphosphaat (Duitsch) en Phosphaatsupra (Belg.), waarvan de waarde als meststof echter nog onvoldoende is vastgesteld. Het gehalte van beide laatste ph. bedraagt 20-30% in 2% citroenzuur oplosbaar phosphorzuur en ong. 90% fijnmeel. Dewez.