Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Phoenicië

betekenis & definitie

Syrische kuststrook tusschen den Carmel en de Eleutheros-rivier (en-Nahr el Kebir), of ook verder tot de tegenw. Golf van Alexandrette; bewoond door de Phoeniciërs. In het O. Test. (behalve in de Machabeeënboeken) wordt het land tot Canaan gerekend, en de bewoners aangeduid naar de stad, waar zij wonen.

De afkomst der Phoeniciërs is nog niet heel duidelijk. Het waren Semieten, in ras en taal nauw verwant aan de Canaänieten en Hebreeën; volgens de jongste vondsten in → Ras Sjamra zouden ze eerst in de → Negeb gewoond hebben. Politiek waren ze georganiseerd in kleine stad-staten, die echter weinig samenhoorigheid kenden. Een gesch. van Phoenicië komt dan ook neer op de gesch. van elke afzonderlijke Phoenicische stad (zie de trefwoorden).

Ze worden reeds in de Amarnabrieven genoemd, waren toen in naam afhankelijk van Egypte, waarmede ze van de oudste tijden af levendige handelsbetrekkingen hadden onderhouden. Sinds de 9e eeuw waren ze aan Assyrië schatplichtig, later aan Babylonië; kwamen achtereenvolgens onder het bewind van de Perzen, de Diadochen en de Romeinen. Hun cultuur bevatte zeer heterogene, van buiten geïmporteerde elementen, die zij niet vermochten zelfstandig te verwerken. Alleen in den handel namen ze een unieke plaats in, en ze stichtten al vroegtijdig koloniën (Carthago, Tartessos).

Hun godsdienst komt in groote lijnen overeen met dien van de andere Semieten (vereering van Baal, Baalat en Astarte). Volgens de traditie zijn de Phoeniciërs de uitvinders van het alphabet, waarvan het oudste specimen op Phoenicischen bodem uit ca. 1300 v. Chr. dateert (sarcophaag van Achiram).Lit.: F. C. Movers, Die Phönizier (2 dln. 1841-’56) ; R. Pietschmann, Gesch. der Phönizier (1889) ; G. Contenau, La Civilisation phénic. (1926); W. von Landau, Die Phönizier (in : Alte Oriënt 2, 4, 21902) ; O. Eissfeld. Philister und Phönizier (in : Alte Oriënt 34, 3, Leipzig 1936). Zie verder bij → Ras Sjamra.

A. v. d. Born.

< >