Tusschen Perzië, Irak en Arabië gelegen golf, behoorende tot den Ind. Oceaan, met wien hij door de Straat van Ormoes en de Golf van Oman in verbinding staat. Opp. ca. 237 000 km2. Diepte gering (gemiddeld 25 m).
Grootste diepte aan de Noordzijde bij den ingang 91 m. De P. G. behoort tot de zoutrijkste en warmste zeeën der aarde; het zoutgehalte varieert van 35 tot 40,5°/0O. De watertemp. bereikt in Aug. 35° C.
De luchttemp. blijft van Nov. t/m April onder 27° C (in Febr. zelfs onder 22° C), doch van Mei t/m Oct. bedraagt deze meer dan 30° C; in Aug. zelfs boven 32° C, met maxima van 36° tot 37° C. Berucht is de veelvuldig voorkomende warme, stofrijke droge N.W. wind, door de Arabieren Sjamal genaamd. De kusten zijn in het algemeen vlak, behalve de Perz. kust, waar bergketenen nabij de kust treden. De Zuidkust is zandig en men treft daar veel zandbanken aan.
De eenige groote rivieren, welke in de golf uitmonden, zijn: de Sjatt al Arab (Eufraat en Tigris) en de Karoen. De belangrijkste havens zijn: Abadan, Boesjir, Bender Abbas en Koweit. Van oudsher liep de handelsweg van de landen aan de Middell. zee naar Indië en liet Verre Oosten over Bagdad en de P.G., terwijl de tegenw. ontgonnen rijke petroleumbronnen in Irak en Z.W. Perzië de beteekenis der golf belangrijk hebben vermeerderd.
De inlandsche handel betreft vnl. dadels, rijst, opium en parels. Irak, Koweit, Katar, Oman en de Bahrein-eilanden staan onder Britschen invloed en Engeland is er steeds op uit geweest, zijn invloed in de P. G. te handhaven met het oog op zijn verbinding met Indië. Wissmann.