(Arab., = oeverlanden), koninkrijk in het Z.W. van Azië (III 448 B 6), in hoofdzaak het laagland van Mesopotamië innemend. Grootte ca. 500 000 km2; aantal inwoners ong. 3,5 millioen (1934), waarvan 2 millioen Arabieren, 600 000 Koerden, 100 000 Turken, 100 000 Perzen, enz.
De godsdienst is overwegend Islamietisch: 1 500 000 Sjiieten, 1 200 000 Soennieten, 90 000 Joden, 80 000 Christenen enz. De voornaamste steden zijn: Bagdad (hoofdstad, ca. 320 000 inw.), Mosoel (ca. 70 000 inw.), Basra (ca. 30 000 inw.).
Er is ong. 2 500 km spoorwegen en 500 km telegraaflijn. Het laagland is naar de diepte gezonken aan de Noordzijde van het Arabische schollen land en is een oude zeearm, met zand en slib opgevuld en doorstroomd door Euphraat enTigris.
Beneden-Mesopotamië is soms zeer moerassig, maar vruchtbaar; Midden-Mesopotamië is een tafelland, 100-300 m hoog, waar het steppegebied door irrigatie in goeden bouwgrond veranderd kan worden; Boven-Mesopotamië is een bergland (kalksteen), waar petroleum en asphalt, zout en zwavel gevonden wordt. Het extreme landklimaat heeft vooral winterregen (Bagdad + 33,5° C en —9,5° C.; 175 mm regen, waarvan 8 mm in den zomer).
Voornaamste producten: tarwe, gerst, boonen (herfst), en rijst, maïs, erwten (April); daarnaast katoen, tabak, meloenen, uien en veel dadels. De veeteelt levert huiden en wol.
De Turkish Petr. Comp. boort sinds 1927 petroleum bij Kerkoek.
De huisindustrie omvat tapijten, leer, aardewerk. De Bagdadbaan met zijtakken, de autowegen naar Damaskus en Teheran, de telegraaflijnen naar Noord en Zuid, de vele vliegdiensten en de petroleumpijpleiding naar de Middellandsche Zee wijzen op de groote geopolitieke beteekenis van I. (petroleumhaven is Abadan).
De Christenen zijn in talrijke groepen verdeeld (Chaldeëers, Armeniërs, Syriërs, Orthodoxen, Jacobieten enz.). De Roomsch-Katholieken staan onder een aartsbisschop in Mosoel.Lit.: Banse, Die Turkei (21916). Heere Weermacht. Deze bestaat alleen uit strijdkrachten te land. Militaire dienstplicht vanaf 19e jaar. Duur 10 jaar, waarvan actief 18 maanden tot 2 jaar (bereden en techn. wapens). De rest wordt doorgebracht in le en 2e reserve (de laatste voor alle wapens 4 jaar). Het leger bestaat uit: 3 brigaden, gevormd met: 12 bataljons infanterie, 2 reg. cavalerie, 5 batterijen velden bergartillerie, 2 vliegtuigafd., 1 peloton genie, 1 peloton pantserwagens, 1 bataljon verbindingstroepen. Jaarlijks effectief: 10 395 (556 officieren).
Lit.: Annuaire mil. (1935). v. Munnekrede Voor de oude historie en cultuur, zie → Assoer, → Babylonië, → Elam, → Perzië.
Geschiedenis Voorheen provincie van het Turksche Rijk, die tijdens de Wereldoorlog door Engeland bezet en door het verdrag van Sèvres (1920) onder Britsch mandaat (A) gesteld werd. Reeds in Juli 1921 erkende Engeland koning → Faisal als heerscher over I., in 1925 kreeg het een constitutie en door het Anglo-Turksch verdrag van 5 Juni 1926 werden de grenzen met Turkije definitief geregeld. In 1932 hield het mandaat op; I. werd geheel onafhankelijk en trad als lid tot den Volkenbond toe. Met dit al blijft de Britsche invloed er overheerschend. De Duitsch penetatie (→ Bagdadbaan) was al door den uitslag van den Wereldoorlog tot staan gebracht; de landweg naar Indië (van Middell. Zee naar Perzische Golf door Palestina-Irak), de controle over Koerdistan en over de rijke petroleumgebieden van Mesopotaraië blijven aan het Britsche Rijk verzekerd. Faisal is in 1933 opgevolgd door zijn zoon Ghasi I (* 21 Maart 1912). Gorris