(Lat., =Onze vader).
1° (Liturgie) Einde 1e eeuw werd het P. n. driemaal daags, ter heiliging van den dag, gebeden (Didachè). In de 4e e. werd het gebruikt in de H. Mis vóór of na de → Broodbreking en in het Koorgebed. Ook moesten de Doopleerlingen het uit het hoofd leeren en heden bidt de priester het nog te zamen met den Doopeling, of met peter en meter, bij het binnentreden der kerk. Eindelijk gaat het, ook sinds de eerste tijden, aan vele gebeden vooraf (zelf voorafgegaan door Kyrie eleison . .): bij het Laatste H. Oliesel, bij Exorcismen, Absoute, enz.
Voor den inhoud en de formuleering bij Kath. en Prot., zie Onze Vader.
2° Pater-noster is ook een benaming voor den → Rozenkrans. Louwerse.