Zie onder Paaschspel. Na de Hervorming blijven het passieen paaschspel een kwijnend leven lijden, tot ze in de 18e eeuw, in den tijd der Verlichting, voor goed ten onder gaan. Hier en daar leeft nog een enkel voort, als te → Oberammergau, te Erler. In de 19e eeuw herleven oudere en komen nieuwe op, die eenige beroemdheid krijgen, in de Kath. gewesten van Zuid-Duitschland, den Rijn en Oostenrijk.
Bekend zijn de p. te Tegelen (na den Wereldoorlog). Nog wordt op onze dagen het Lijden van Christus wel dramatisch behandeld. Doch spelen als Jesus de Nazarener van Raf. Verhuist, Het Geding onzes Heeren van Paul de Mont, Barabbas van Michel de Gelderode, in het Ned. bewerkt door Jan Boon, De man van Karioth, enz., zooals er ook in andere literaturen verschijnen, of spelen als in Duitschland uit de M.
Dimmler- of Jos. Saier-beweging, zijn al te modem van geest, opvatting en streWring, om als voortzetting der middeleeuwsche paaschen passiespelen te kunnen beschouwd worden. V. Mierlo.