1° (philol.) → Troop; Metaphora.
2° O. van eigendom, → Eigendom (sub Eigendomsverkrijging, 4°); Cognossement.
3° O. van een vordering, → Cessie; Endossement.
O. van belastingen. Hiervan is sprake, indien een ander de belasting draagt dan hij, die haar betaalt. Indien op een voorwerp een belasting wordt gelegd, zal de totale vraag naar dat voorwerp, ceteris paribus, verminderen. Hierdoor is het mogelijk, dat de belasting niet altijd op de koopers van de belaste voorwerpen kan worden afgewenteld. Volledige o. zal zich slechts zelden voordoen, nl. slechts bij die artikelen, welke een onelastische vraag hebben (o.a. bij noodzakelijke levensmiddelen). Het proces van de o. van belastingen is een onderdeel van het prijsvormingsproces.
Zij komt vooral voor bij indirecte belastingen; zij is daar door den wetgever gewild (accijnzen, invoerrechten, zegelrechten, omzetbelasting, crisisheffingen, enz.). Zij is echter ook mogelijk t.o.v. directe belastingen als bijv. de inkomstenbelasting.
Een species van het genus o. is de amortisatie. Deze kan intreden, wanneer een belasting wordt gelegd op de netto-opbrengst van eenige zaak en de koopers bij hun aanbodprijs de aldus verlaagde netto-opbrengst kapitaliseeren. Door amortisatie worden dus getroffen zij, die op het oogenblik van het invoeren van de belasting eigenaar van de belaste voorwerpen zijn, en wel in dier voege, dat de opvolgende bezitters den druk der belasting economisch niet zullen voelen, doordat zij het gekapitaliseerd bedrag in den koopprijs verdisconteeren. De amortisatie, die min of meer volkomen kan zijn, blijft achterwege, indien en voorzoover de eigenaar van het belaste voorwerp er in slaagt, de belasting op anderen over te dragen.
Lit. : Bordewijk, De Theorie der belastingen (1931); von Hering, Die Steuerüberwälzung (1928); Seligman, The shifting and incidence of taxation (®1927). Verder het Verslag v. d. commissie voor de grondbelasting van de Ver. voor Belastingwetenschap (1928) en vrijwel alle handboeken over de leer der financiën. T.a.v. de o. van invoerrechten kan nog in het bijzonder worden verwezen naar : Käpelli, Die finanzpolitische Bedeutung der Zölle (in : Weltwirtsch. Archiv, 1930 en ’31); Haberler, Der internat. Handel; Harrod, Intern. Economics; Barret Whale, Intern. Trade. M.Smeets.
5° In de psycho-analyse wordt het woord o. vnl. gebruikt ter aanduiding van een teedere of vijandelijke gevoelsinstelling, die de patiënt gedurende de behandeling t.a.v. den geneesheer gaat aannemen. Dit zou een opnieuw beleven zijn van verdrongen gevoelens en neigingen, die vroeger t.a.v. sommige personen gekoesterd werden, en wier betrekking op den psychotherapeut overdracht heet. De o. is het kernstuk der psycho-analytische behandeling: waar geen o. kan tot stand gebracht worden, is ook geen genezing mogelijk. Zie nog → Psycho-analvse. Chorus.