Leer van het licht. De voornaamste onderdeelen zijn: de geometrische o. (voortplanting, terugkaatsing en breking, optische instrumenten), de physische o. (dispersie, emissie en absorptie, interferentie, buiging, polarisatie, theorie van het licht), de physiologische o. (leer van het zien) en de technische o. (voortbrenging en meting van liet licht, lichtbronnen). → Optische instrumenten. Rekveld.
De meteorologische o. behandelt de optische verschijnselen, die in de atmosfeer optreden, nl. den regenboog. de halo, den krans, de schemering, de luchtspiegeling, enz. Zie hierover de afzonderlijke art.
Lit.: J. M. Pernter en F. M. Exner, Meteorol. Optik (Weenen, Leipzig 1922). Tijdschrift: Onweders, Optische verschijnselen, enz. in Nederland (54 dln. 1882’36).
V.d. Broeck.