Beroemd Spaansch philosoof en romanschrijver. * 29 Sept. 1864 te Bilbao, ✝︎ 31 Dec. 1936 te Salamanca. Studeerde te Madrid en promoveerde in de letteren en wijsbegeerte. Professor in het Grieksch aan de univ. van Salamanca (1891); rector magnificus (1900). Tijdens het bewind van Primo de Rivera verbannen naar de Canarische Eilanden (1924); in 1930 amnestie en vestiging te Parijs.
Zijn opportunistische ideeën hielpen in 1936 den burgerkrijg in Spanje ontketenen; hij sprak zich echter (uit angst) uit voor Franco. Als schrijver behoorde hij tot de generatie van ’98; zocht het echte Spanje in dorpjes en onder het volk. Hij breidde den woordenschat uit en vernieuwde de taal door zijn etymologische studie. Paarde een scherpen, strijdlustigen, dynamischen geest aan een zeer hartstochtelijk gemoed en is het zuivere type van een Spaanschen geest.
Zijn werk is van een diepe intensiteit en van een sterk dramatisch karakter. Voor den geest van zijn werk maken wij echter ernstig voorbehoud.Voorn. werken: o.a. Niebla (1914); Abel Sanchez (1917); La Tía Tula: Amor y Pedagogía (1902). Lit.: J. Sorel, Los hombres del ’98: U. (1917); Gerardo Diego, Poetas del Norte: M. de U. (in: Rev. de Occidente, 1923); M. Romero Navarro, M. de U., novelista, poeta, ensayista (1928). Borst.