(Lat., = oratorische vindplaatsen), ook met een Grieksch woord topoi genoemd, zijn in de leer der welsprekendheid zekere bronnen om stoffen en bewijzen uit te scheppen voor den opbouw eener redevoering. Men noemt ze ook loci communes (= gemeenschappelijke vindplaatsen), omdat ze aan alle dingen gemeen zijn. Men onderscheidt intrinsieke en extrinsieke l. o., naargelang ze in den aard der zaak te vinden zijn of er innig mee verbonden, zooals definitie, soort, opsomming der deelen, oorzaken, gevolgen, omstandigheden, tegenstelling, gelijkenis, vergelijking, of naargelang ze geheel buiten de zaak zelve gezocht worden, zooals getuigenissen van gezaghebbende personen, voorbeelden.
Bij den bouw zijner rede doet men uit het zoo verzamelde een keuze overeenkomstig de te bewijzen stelling en het te bereiken doel.v. d. Eerenbeemt.