is een eenvoudige vorm van condensator, die zeer hooge electrische ladingen kan dragen. Ze bestaat uit een glazen flesch, waarvan binnen- en buitenzijde, tot enkele centimeters onder den rand, met bladtin zijn beplakt. De flesch is afgesloten door een isoleerend deksel, waardoorheen een koperen staafje steekt, dat geleidend met de binnenbekleeding is verbonden.
Door electrische ladingen toe te voeren kunnen binnen- en buitenbekleding, die dus door den isoleerenden glazen wand gescheiden zijn, op een hoog potentiaalverschil gebracht worden. Door de beide bekleedselen Leidsche flesch aan twee geleiders te verbinden, die op (doorsnede), korten afstand van elkaar gebracht worden, kan, indien de lading voldoende hoog is, een uitwisseling van het potentiaalverschil door de lucht heen plaats vinden (vonken). Om een grootere capaciteit te verkrijgen, kan men een aantal L. f. naast elkaar schakelen (batterij van L. f.).
De L. f. werd uitgevonden in 1745 door Van Musschenbroek en Cunaeus te Leiden (vandaar de naam) en ongeveer gelijktijdig door Von Kleist te Cammin in Pommeren. Borghouts.