Wat is de betekenis van Leidsche flesch?

2025-07-23
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Leidsche Flesch

Een toestel, dat in 1746 door Musschenbroek, hoogleeraar in de natuurkunde te Utrecht, Leiden en Duisburg is uitgevonden, samen met zijn leerling Cunaeus. Het is in staat groote hoeveelheden electriciteit te verzamelen. Het bestaat in zijn oorspronkelijken vorm uit een glazen flesch, van binnen en van buiten tot halve hoogte met bladtin bekleed. Ee...

2025-07-23
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Leidsche flesch

oudste vorm v. condensator v. electriciteit, uitgevonden door Leidsch hoogleer. P, v. Musschenbroek en Cunaeus (1746); glazen flesch in- en uitwendig bekleed met staniol, terwijl het binnenbekleedsel is verbonden met een i/d ficsch bevestigden staaf met koperen knop.

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Leidsche flesch

is een eenvoudige vorm van condensator, die zeer hooge electrische ladingen kan dragen. Ze bestaat uit een glazen flesch, waarvan binnen- en buitenzijde, tot enkele centimeters onder den rand, met bladtin zijn beplakt. De flesch is afgesloten door een isoleerend deksel, waardoorheen een koperen staafje steekt, dat geleidend met de binnenbekleeding...

2025-07-23
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Leidsche flesch

Een glazen flesch van binnen en van buiten gedeeltelijk bedekt met een electrisch geleidende metaallaag. De flesch is gesloten met een isoleerende stop, waardoor een koperen staafje gaat dat met de binnenbekleeding in geleidende gemeenschap staat. Ze is eenmaal van eene lading voorzien een electroscoop.

2025-07-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Leidsche flesch

Leidsche flesch, - electrostatische condensator in den vorm eener flesch, aan binnen- en buitenzijde voor een deel met bladtin beplakt. Deze twee lagen bladtin vormen de beide bekleedselen, het glas het diëlectricum van den condensator. De afstand door de lucht van de beide bekleedselen is vrij groot, wanneer de niet beplakte glazen rand breed geno...

2025-07-23
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Leidsche flesch

condensatieflesch, een fleschvormig toestel, bestemd om er electriciteit in op te hoopen. Zoodanig toestel noemt men „Leidsche” flesch, omdat het te Leiden is uitgevonden; de eerste L. is samengesteld in 1746 door Musschenbroek (of wel door diens leerling Cunaeus), nadat genoemde natuurkundige bij het electriseeren van water in een fles...

2025-07-23
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Leidsche flesch

Leidsche flesch is de naam van een natuurkundig instrument, in 1746 te Leiden door Cunaeus en Musschenbroek uitgevonden. Het bestaat uit eene glazen flesch met ruimen hals, tot op zekeren afstand van dezen uiten inwendig met bladtin bedekt (fig. 1 en 2). Door den isolérenden stop van den hals (gg' fig. 2) gaat eene metalen stang (b c), in een knop...

2025-07-23
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Leidsche flesch

Leidsche flesch, v. (nat.) werktuig tot ophooping van electriciteit, (aldus geheeten naar de stad Leiden, waar het werd uitgevonden).