Wiskundige, astronoom en socioloog. * 22 Febr. 1796 te Gent, † 17 Febr. 1874 te Brussel. Directeur van de sterrenwacht en secretaris van de Kon.
Academie te Brussel. Hij schreef verhandelingen over wiskunde en astronomie, maar is vooral bekend om zijn werk op het gebied van waarschijnlijkheidsrekening en statistiek (zie onder). Dijksterhuis.Quetelet, die de statistiek tot zelfstandige wetenschappelijke methode maakte, was tevens de eerste, die haar als hulpmiddel gebruikte voor de sociologie en criminologie. Hierdoor kon hij eveneens voor het eerst bewijzen, dat zich vele en frappante regelmatigheden voordoen in het maatschappelijk gedrag der menschen en in de criminaliteit, bijv. wat betreft het aantal bepaalde misdrijven per jaar, de wijze, waarop zij worden gepleegd, den tijd van het jaar, waarop zij het meest voorkomen, leeftijd en sexe der misdadigers, enz. Werken: Sur l'homme et le développement de ses facultés, ou essai de physique sociale (21869); L’Anthropométrie (1871).
Lit.: E. Mailly, Essai sur la vie et les travaux de L. A. J. Q. (1875); Lottin, Q., Statisticien et sociologue (1912).
v. d. Kamp.
Voor de kromme van Quetelet, zie ➝ Frequentiekromme.