Stad in de Unie van Z. Afrika, 560 km van de Delagoabaai gelegen, op een hoogte van 1800 m boven zee.
J. is het middelpunt van de goudmijnen in den Witwatersrand, een belangrijke waterscheiding in Transvaal. Deze stad is in 1886 gesticht als een mijnkamp en genoemd naar den Nederlander Johannes Rissik, destijds landmetergeneraal; thans is het de volkrijkste stad van de Unie met ca. 300 000 inw. en 106 voorsteden (of buitenwijken).
J. is ruim aangelegd met breede straten, die N.-Z. en O.-W. loopen, heeft een zeer cosmopolitisch aspect en is meer Amerikaansch dan Engelsch van toon. De bevolking is er overwegend Afrik., hoofdzakelijk bestaande uit mijnwerkers en kleine burgers; de meer ontwikkelde en welgestelde Afrikaners zijn slechts voor een klein deel nationaal bewust.
De stad bezit vele grootsche gebouwen, wolkenkrabbers en het meest moderne en kunstvolle stationsgebouw in de Unie. Het is een kruispunt van spoorwegen en de zetel van de Witwatersrand-universiteit met beroemde mijnschool. Besselaar.