Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jezrahel

betekenis & definitie

Bijbelsche naam van een uitgestrekte, driehoekige vallei in N.W. Palestina, ook „vallei van Megiddo” of „de vallei”, thans „merdzj ibn âmir” geheeten, en gelegen tusschen het gebergte van den Carmel, Gilboa en Galilea, in het stamgebied van Issachar.

Zij dankt haar naam (Jisreël = God zaait) aan haar buitengewone vruchtbaarheid: leemgrond, overvloedig geïrrigeerd door de talrijke toeloopen van de Cison. Van deze vruchtbaarheid is weinig overgebleven; de Joodsche kolonisten hebben echter reeds veel verbeterd.

Als onmisbare schakel in het verkeer van W. naar O. Palestina had de vlakte een belangrijke strategische beteekenis (oude vestingen: Megiddo, Taanach, Jibleam, Sunem en Bath San) en was dan ook het klassieke slagveld van Palestina (Jud. 4. 12-5.31: Debbora en Barac; 4 Reg. 23.29-30: Josias). ➝ Harmagedon.In de vallei van J. lag de stad J., die misschien eerst als onderdeel van Sunem beschouwd werd, en pas zelfstandige beteekenis kreeg, toen Achab er een paleis bouwde (3 Reg. 21.1). Daar speelde zich ook het drama af van den wijngaard van Naboth (3 Reg. 21.1-16) en werd de familie van Achab uitgemoord (4 Reg. 9.16-10.11). De Grieksche naam van de stad (en de vlakte) was Esdraëlon. J. heet nu Zerîn, een armzalig dorpje met ca. 730 inwoners.

< >