Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Galilea

betekenis & definitie

Galilea - bijbelsche naam van landstreek in Palestina. Oorspronkelijk kon met het woord G. (kring, vandaar: district) iedere landstreek worden aangeduid.

Vandaar in Jos. 13. 2 Vulg.: Galilea der Philistijnen, i.p.v. gebied der Philistijnen. Als eigennaam voor een gedeelte van N.

Palestina komt G. al voor in het boek Josue (20, 7 e.a.). Uit verschillende teksten (o.a. 3 Reg. 9. 11; 4 Reg. 15. 29) kan men opmaken, dat in den tijd van het koninkrijk de landstreek G. begrensd was tusschen den Noordrand van de vlakte van Esdrelon en den Nakr el Kasimije.

Wegens de sterke vermenging van de bevolking met heidensche elementen, vooral sinds de wegvoering der Israëlieten na den val van Samaria, sprak men soms van „G. der heidenen” (Is. 9. 1). In den Macchab. tijd woonden hier nog slechts zeer weinig Joden (vgl. 1 Mac. 5.14 vlg.), doch vanaf ca. 100 v.

Chr. werd de heidensche landstreek sterk gejudaïzeerd. In Christus’ tijd strekte G., dat een deel was van de Rom. provincie Judea, zich uit ongeveer van het gebied van Tyrus tot aan den Zuidrand (volgens een andere opvatting tot aan den Noordrand) van de vlakte van Esdrelon.

Voornaamste bijbelsche plaatsen van het Nieuwe Testament in dit gebied zijn Bethsaida (?), Cana, Capharnaum, Nazareth, (Tiberias). Voor moderne géographie en archaeol. onderzoekingen, zie ➝ Palestina.Lit.: V. Guérin, Galilée (2 dln. Parijs 1880); The Survey of Western Palestina, Memoirs enz. ( I Londen, Galileo, 1881); Selah Merrill, Galilee in the time of Christ (Londen 1904); Sam. Klein, Beiträge zur Geographie u. Gesch. Galiläas (Leipzig 1909).

Simons. Meer van Galilea. ➝ Genesareth (Meer van).

< >