Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Imperator

betekenis & definitie

Titel van den Rom. machthebber, die het imperium bezat. Dit was een, buiten de eigenlijke stad Rome, schier onbeperkte bevoegdheid (ook over leven en dood van Rom. burgers), die aan de hoogste magistraten gedurende hun ambtsjaar verleend werd.

Binnen de stad konden zij deze macht niet uitoefenen. En zoo kwam het, dat de i., die tijdens de Republiek met zijn zegevierend leger terugkeerde, vóór de poorten moest blijven, indien hij een triomftocht wilde verkrijgen en houden in den vollen glans zijner waardigheid.

De keizers namen na den val der Republiek dezen titel aan, juist om het triomfrecht. En zooals ons woord „keizer” van den Rom. naam Caesar, zoo komt het Fransche „empereur” van imperator.

< >