Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Hermanus Neubronner van der Tuuk

betekenis & definitie

Indoloog van buitengewone bekwaamheid, grondlegger van de vergelijkende Maleisch-Polynesische taalkunde. * 23 Febr. 1824 te Malaka, ✝ 17 Aug. 1894 te Soerabaja. Hij ontving zijn opleiding in Nederland en werd in 1848 door het Ned. Bijbelgenootschap naar de Bataklanden (Sumatra, Ned.-Indië) gezonden om den Bijbel in het Bataksch te vertalen. Het gelukte

T. het vertrouwen der bevolking te winnen, en hij was de eerste Europeaan, die op een reis naar de binnenlanden het Tobameer zag. In 1858 naar Nederland teruggekeerd, begon T. zijn verzamelde stof uit te werken. Naar Indië teruggekeerd, legde hij zich vooral op het Lampongsch toe. In 1873 ging T. in regeeringsdienst over en werd naar Bali gezonden om een oud-Javaansch woordenboek (op Bali is het Oud-Javaansch beter dan op Java zelf bewaard gebleven) samen te stellen. Zijn bibliotheek, handschriften en ethnologische verzameling liet T. na aan de Leidsche universiteit.

Voorn. werken: Kawi-Balineesch-Nederlandsch woordenboek [posthume uitg. d. Brandes (I-III) en Rinkes (IV), 1897-1912] ; Bataksch-Nederduitsch woordenboek ; Tobasche spraakkunst. Olthof.

< >