Engelsch letterkundige; * 1840, ✝ 1921. Ambtenaar in het ministerie van Handel van 1856 tot 1901, toen hij gepensionneerd werd.
Schreef zeer veel verzen, die nu vergeten zijn, en later verdienstelijke critische studies, vooral van 18e-eeuwsche schrijvers, o.a. van Fielding, Steele, Goldsmith, Walpole, Richardson, Bumey. Pompen Bernard Josef Doeen Duitsch Germanist van de generatie vóór Grimm; * 1 Oct. 1782 te Osnabrück, ✝ 21 Nov. 1828 te München. Was vooral verdienstelijk in het opsporen en, nog vrijwel gebrekkig, uitgeven van Ouden Middelhoogduitsche documenten.Werken: Miszellaneen zur Geschichte der deutschen Literatur (1807); Museum für altdeutsche Lit. und Kunst (1809 vlg.).
Lit.: R. v. Raumer, Geschichte der Germanischen Philologie (München 1870, blz. 343 vlg.). Baur Docéndo discimus (Lat.) = Door te onderwijzen leeren we [Seneca Jun. (4—65 na Chr.) (Ep. 7.8). Vgl. Sergius, Expl. in Donatum (IV, 186, 11)]