1° Henry, de grootste Engelsche romanschrijver van de 18e eeuw en een van de grootste der wereldliteratuur; * 1707, † 1754. Zoon van een officier in het leger van adellijke afkomst.
Hij studeerde te Eton en te Leiden (1728—’29) in de letteren en de rechten, en verdiende toen zijn kost met het schrijven van tooneelstukken. Een merkwaardig stuk: Don Quixote in Engeland, werd gedeeltelijk reeds te Leiden geschreven; maar vooral zijn parodie Tom Thumb (1730) had groot en verdiend succes.Toen in 1737 de regeering een bijzondere censuur op tooneelstukken instelde, ging F. verder in de rechten studeeren en werd advocaat in 1740. Hetzelfde jaar verscheen de eerste roman in de moderne beteekenis van het woord, Richardson’s Pamela. En tusschen zijn werkzaamheden als advocaat door schreef F. toen zijn eersten roman The History of the Adventures of Joseph Andrews and his friend Mr. Abraham Adams (1742), begonnen als parodie op Pamela. In 1743 verschenen drie deelen Miscellanies, bevattende behalve gedichten, blijspelen en essays een treffende Journey from this World to the Next, en de satirische Life of Mr. Jonathan Wild the Great.
Daarna wijdde F. zich weer jaren lang aan politieken, socialen en juridischen arbeid, en had allerlei zorgen. Maar zijn vrije uren besteedde hij gaarne aan literatuur; en in 1749 verscheen zijn tweede groote roman: The History of Tom Jones, a Foundling (6 dln.), in 1752 zijn derde en laatste: Amelia. Om zijn wankelende gezondheid te herstellen ging hij in Juli scheep naar Portugal, maar stierf reeds drie maanden later te Lissabon. Een op die laatste reis geschreven, fijn, geestig dagboek, Journal of a Voyage to Lisbon, werd na zijn dood gedrukt (1755).
De romans van F. zijn geen lectuur voor onvolwassenen. Er bestonden in het Eng. van zijn tijd zeer lichtzinnige opvattingen van zedelijkheid. Richardson vleit die opvattingen door zijn zalvende sentimentaliteit, F. satiriseert en geeselt ze met groote openhartigheid.
Uitg.: L. Stephen (10 dln. 1882); G. Saintsbury (12 dln. 1893, herdrukt 1930); E. Gosse (12 dln. 1899); B. Blackwell (10 dln. 1930). Afzonderlijke romans zeer veel uitgaven o.a. in Tauchnitz en Everyman. — Lit.: W.
L. Cross, The History of H. F. (1919); Digeon, Les Romans de F. (1923); F. T. Blanchard, F. the Novelist (1926); H. K.
Banerji, H. F., Playwright, Journalist and Master of the Art of Fiction (1929); F. P. van der Voorde, H. F., Critic and Satirist (1931). Pompen.
2° Sarah, Eng. romanschrijfster; * 1710, † 1768. Zuster van Henry F. Haar romans, David Simple (1744), The Governess en The Countess of Dellwyn worden weinig meer gelezen. David Simple is een naïef, moraliseerend, hier en daar eenigszins realistisch verhaal van den levensgang van een rechtschapen mensch (invloed Richardson). Ze vertaalde ook Xenophon’s Memorabilia en Apologia. F. Visser.