Halévy - 1° Jacques Fromental Elie, Fransch operacomponist; *27 Mei 1799 te Parijs, ✝17 Maart 1862 te Nizza; leerling o.a. van Cherubini; 1819 Prix de Rome. Zijn werken hebben een ernstig karakter; blinkt uit in instrumentatie.
Werken: opera’s : o.a. La Juive (1835); La Reine de Chypre (1841). — L i t.: Léon Halévy (1863); Pougin (1865).
2° Joseph, Fransch oriëntalist; *15 Dec. 1827 te Adrianopel, ✝7 Febr. 1917 te Parijs. Van Joodsche afkomst; prof. aan de Ecole des Hautes Etudes te Parijs. Hij is vooral bekend door zijn vroeger door velen (o.a. Delitzsch) aanvaarde, maar thans geheel verworpen theorieën omtrent het wezen van het Soemerisch. Hij meende hierin niet de oudste taal van Babylonië te zien, doch een door de Assyriërs ontdekte ideographische schrijfmethode of, volgens een latere verklaring, „ideophonische” of „allographische” teekens van Semietischen oorsprong. Een jarenlange discussie over deze theorie leidde tot haar definitieve weerlegging, H. heeft zijn theorie in definitieven vorm ontvouwd in zijn Précis d’allographie assyro-babylonienne (Parijs 1912). Verder schreef hij vsch. werken over bijbelsche en Oostersche wetenschappen.
Lit.: Ch. Fossey, Manuel d’Assyriologie (I Parijs 1904, 282 vlg.); F. H. Weissbach, Die sumerische Frage (Leipzig 1898). Simons.