Delitzsch - 1° Franz, Duitsch exegeet, vader van Friedrich D. * 1813, † 1890. Schreef zeer vele werken over bijbelsche onderwerpen, muntte uit door groote kennis van het Hebreeuwsch en der rabbijnsche literatuur.
Zijn studies strekten zich uit over allerlei bijbelsche onderwerpen en behandelen ofwel introductievraagstukken ofwel geven commentaren op verscheidene boeken van O. en N. T. Hij vertaalde het N. T. uit het Grieksch in het Hebreeuwsch en werkte mede aan de Hebreeuwsche tekstuitgave van S. Baer.
Lit.: Dict. de la Bible (III, 1341).
C. Smits.
2° Friedrich, zoon van Franz D. * 3 Sept. 1850 te Erlangen, † 23 Dec. 1922 te Berlijn; professor te Leipzig, Breslau (1893) en Berlijn (1899). Assyrioloog, leerling van Schrader; vooral vermaard door de zgn. Babel-Bibel-frage. Den 13 Jan. 1902 hield D. een lezing voor de Deutsche Orient-Gesellschaft in tegenwoordigheid van den keizer over de verhouding tusschen Babel en Bijbel (Babel und Bibel, Leipzig 1902; 1921 verscheen 61e-63e duizend), waarin hij ongehoord-vergaande theorieën voordroeg over de absolute afhankelijkheid van taal en godsdienst van Israël van Babylon. De godsdienst van Israël zou niets anders zijn dan een verdere ontwikkeling van den godsdienst van Babylon, zooals de godsdienst van het Nieuwe Testament een verder ontwikkelingsstadium beteekent van het Oude. Zoo werden Oud en Nieuw Testament beide gelijkelijk voorgesteld als absoluut afhankelijk van den godsdienst van Babylon.
Er ging een storm van protest op in de theologische en Assyriologische wereld, vooral toen aan de lezing van D. zooveel reliëf gegeven werd, doordat hij zijn lezing moest herhalen voor het keizerlijke hof (1 Febr. 1902). Het hoofddoel schijnt echter geweest te zijn in Duitschland voor deze nieuwe wetenschap meer belangstelling te wekken ter bekostiging van eventueele opgravingen in het Oosten, waarbij Duitschland, vergeleken bij Engeland en Frankrijk, geen eerste plaats innam. Van April tot Aug. 1902 kon D. reeds in het Oosten verblijven. Bij zijn terugkeer hield hij een nieuwe lezing, 12 Jan. 1903 (Zweiter Vortrag über Babel und Bibel, Stuttgart 1903), waarin hij in denzelfden geest zijn opvattingen herhaalde. Later schreef hij nog in gelijken trant: Die grosse Tauschung (Leipzig 1920; vertaald door ds. H. Bakels, De groote Begoocheling, 1924), waarin hij zich niet geheel vrij wist te houden van anti-Semietisme.
Onberekenbaar is de invloed van de populair gehouden, goedkoop uitgegeven geschriften van D.; in de wetenschappelijke wereld echter zijn zijn opvattingen nooit algemeen aangenomen. Zijn groote beteekenis voor de Assyriologische wetenschap ligt op philologisch terrein.
Verdere werken: Assyrische Lesestücke (5 uitgaven); Assyrisches Handwörterbuch (4 dln. Leipzig 1894-1896); Ass. Grammatik (Berlijn 21906); Sumerische Grammatik (Leipzig 1914); Sumerisches Glossar (Leipzig 1914).
Alfrink.