Granaat (projectiel) - hol projectiel, gevuld met springstof. De vroegere g. waren van gietijzer en gevuld met zwart buskruit, de tegenw. zijn van staal en gevuld met een brisante springstof (→ Brisantgranaat).
De oudere g. hebben een lengte van 2-4 kalibers, de straal van den spits toeloopenden kop bedraagt eveneens 2-4 kalibers; de nieuwere brisantgranaten hebben een lengte tot 5 kalibers, de straal van den kop bedraagt tot 8 kalibers, terwijl de achterkant van het cylindervormig gedeelte dikwijls is afgeschuind. De wijzigingen zijn aangebracht om het projectiel beter den luchttegenstand te doen overwinnen en daardoor een grootere dracht te kunnen bereiken.
Hoewel vele brisantscherfgranaten (brisantgranaten tegen levende doelen) niet meer dan 5% springstof bevatten, is bij de nieuwe brisantgranaten dit percentage algemeen verhoogd tot ca. 10% waardoor de moreele uitwerking is toegenomen.Men onderscheidt scherf- en mijngranaten; de eerste springen boven den grond en worden aangewend tegen levende doelen, de laatste dringen over een bepaalde diepte in het doel, afhankelijk van de vertraging der op het projectiel geplaatste schokbuis, en springen vervolgens. De hoeveelheid springstof dezer laatste, als regel zware, g. bedraagt meer dan 10%. Voorts onderscheidt men: pantsergranaten, die thans ook gevuld zijn met springstof. Zij zijn van hard staal met harden kop om door een pantser te kunnen dringen en daarna te springen. Zij worden gebruikt uit licht geschut tegen vecht- en pantserwagens, uit zwaar geschut tegen gepantserde schepen. Brandgranaten dienen om brand te veroorzaken; zij bevatten, behalve springstof, als regel phosphor of thermiet.
De brisantgranaten zijn als regel voorzien van een schokbuis, die versneld of met vertraging kan worden gesteld. → Buis (B). Nijhoff.