Godolias - 1° een leviet ten tijde van David (1 Par. 25.3,9).
2° De stadhouder van Judea na de verwoesting van Jerusalem, in 587 v. Chr. door Nabuchodonosor aangesteld. Hij bezat het vertrouwen van de Babyloniërs en van zijn volksgenooten en zou er in geslaagd zijn de overgebleven Joden rondom zich te verzamelen, wanneer hij niet door Ismahel gedood was (4 Reg. 25.22-26).
Keulers.