Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Geijer

betekenis & definitie

Geijer - Erik Gustaf, Zweedsch dichter en geschiedschrijver, een der medestichters van den ➝ Gotischen Bond; * 1783 te Ransaker (Varmland), ✝ 1847 te Stockholm. Als hoogleeraar in de geschiedenis leverde hij werk van grondige eruditie in smaakvollen vorm; zijn poëzie, sterk door het oude volkslied bevrucht, nationaal en realistisch van inhoud, houdt het midden tusschen het 18e-eeuwsch Klassicisme en de W.

Eur. Romantiek, waarvan hij den invloed onderging.Uitg.: J. Landquist, Samlade Skrifter (12 dln. 1923 vlg.).

Lit.: N. Erdmann, E. G. G. (1897); L. Wahlström (1907); A. Blanck, G. i.

England (1914); C. Marcus, Geijer’s Lyrik (1909); J. Landquist, E. G. G. (1924).

Baur.

< >