Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Geiger

betekenis & definitie

Geiger - Hans, Duitsch physicus, zoon van den Oriëntalist Ludwig Wilhelm G.; * 1882 te Neustadt (Rheinpfalz). Na studie in Duitschland en Eng. werd hij in 1912 leider van het laboratorium voor radium-onderzoek van de Physikal.

Techn. Reichsanstalt te Charlottenburg, later prof. te Kiel en sinds 1929 te Tübingen.

Hij bepaalde de lading van a-deeltjes; deze bleek te kloppen met de stralingswetten van Planck. Met Nuttal stelde hij in 1911 een wet op: log ƛ = A+B log R, waarin ƛ de vervalconstante voor een radio-actief element, R de dracht van de daardoor uitgezonden stralen en A en B constanten zijn.

Uit het feit, dat uraan twee soorten van ?-stralen uitzendt, leidden zij het bestaan van uraan II af. In 1914 vond G. een electrische methode, om ?-deeltjes te tellen.

Met Scheel redigeerde hij het bekende Handbuch der Physik. Met W.

Makower schreef hij: Messmethoden auf dem Gebiete der Radioaktivität (Brunswijk 1920).J.v. Santen.

< >