Geeselwieren, - worden dikwijls met de geeseldieren tot een klas van geeselorganismen (Flagellatae) vereenigd. De g. bezitten echter kleurstof dragers en kunnen daardoor koolzuur assimileeren.
Bij sommige soorten komen evenals bij de dieren pulseerende vacuolen voor. De wand bestaat uit cellulose, waarin echter andere stoffen opgenomen kunnen zijn.
Zij bezitten een of twee niet even lange geesels, die in rusttoestand of bij kolonievorming verdwijnen. De vermeerdering heeft meestal plaats door overlangsche deeling: de deelen vormen dan zwermsporen of blijven rustende sporen, totdat de celwand opgelost wordt.
De g. behooren grootendeels tot het plankton en dienen als voedsel voor de waterdieren.Bouman.