Factorenafstooting - Volgens Bateson zouden in sommige kruisingen de dominante factoren (➝ Dominantie) het verschijnsel van afstooting (repulsion) vertoonen, waardoor bepaalde voortplantingscellen, die bij normale Mendelsche splitsing (➝ Mendelisme) gevormd worden, niet ofwel niet in de verwachte verhouding optreden. De reduplicatiehypothese, waardoor Bateson de door hem waargenomen afstooting en koppeling van factoren trachtte te verklaren, is echter niet houdbaar gebleken.
Het is intusschen een feit, dat Bateson’s proeven met Lathyrus hebben bewezen, dat Mendel’s opvatting, als zouden de erffactoren zich steeds onafhankelijk van elkaar gedragen, onjuist is. Verder bleek, bij kruising van andere ouderplanten, in plaats van een afstooting, een min of meer sterke koppeling tusschen de bestudeerde factoren te bestaan.
Thans weet men, dat beide verschijnselen dezelfde oorzaak hebben, nl. het feit dat de factoren, die een koppeling vertoonen, in hetzelfde chromosoom gelocaliseerd zijn. Op deze afhankelijkheid van factoren, gewoonlijk ➝ linkage genoemd, heeft Morgan zijn ➝ Chromosomentheorie gegrondvest. Dumon.