Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Factorengroepen

betekenis & definitie

Factorengroepen - Het systematisch erfelijkheidsonderzoek bij plant en dier heeft in de laatste jaren het bestaan van een min of meer groote afhankelijkheid tusschen sommige factoren van de proefobjecten aangetoond. Het bestaan van deze ➝ linkage-groep is een van de argumenten, die pleiten voor de localisatie van de erffactoren in de chromosomen.

Bij de vlieg, Drosophila melanogaster, zijn thans meer dan 400 factoren bestudeerd, die over vier groepen van min of meer sterk gekoppelde groepen zijn verdeeld; de grootste groep omvat ongeveer 150 factoren, de tweede ong. 80, de derde 60 en de vierde 3 factoren. Bij Lathyrus odoratus geeft Punnett (1927) zeven linkage-groepen aan.

Van Zea Mays kent men thans negen factorengroepen, de eerste met 18 factoren, de tweede met 15; in het geheel zijn ong. 90 factoren gerangschikt. Bij de gerst zijn 22 factoren over vier groepen verdeeld.

Bij de meeste genetisch onderzochte organismen is het aantal aangetroffen factorengroepen, behalve in zeldzame gevallen, gelijk aan of niet grooter dan het aantal chromosomenparen. Dumon.

< >