Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Everest

betekenis & definitie

Everest - Mount (Tibetaansche naam: Tsjamoloengma = Godin, moeder der aarde), hoogste top van het Himalaja-gebergte in Britsch Indië, tevens hoogste berg der aarde, 8880 m. Genoemd naar sir George Everest ( * 1790, † 1866), die Britsch-Indië cartographisch heeft opgenomen.

De berg heeft den vorm van een driezijdige pyramide; de hellingen bestaan uit schisten en gemetamorphoseerde kalk, verhard door intrusies van graniet. De berg is verkend in 1921; in 1922 en 1924 hebben Engelsche expedities tevergeefs getracht den berg van den Noordkant te bestijgen.

In 1924 zijn Norton en Somerton zonder zuurstof tot een hoogte van 8574 m gekomen; Mallory en Irvine verdwenen, nadat zij nog gezien waren op een hoogte van 8604 m. Misschien hebben zij, voordat zij omkwamen, den top bereikt.In 1933 zijn leden van de Houston-expeditie twee maal over den top gevlogen en hebben top en helling gefotografeerd. Een gelijktijdige expeditie naderde den top tot op 200 m, maar moest wegens de weersgesteldheid terugkeeren (verfilmd).

G. de Vries.

< >