(meetk.) is een → kwadratisch oppervlak, dat voorgesteld kan worden door de vergelijking x2/a2 -fy2/b2 + z2/c2 = 1. Snijdt een plat vlak de e., dan is de doorsnee steeds een ellips; in de coördinaatvlakken liggen de hoofddoorsneden, ellipsen, die den oorsprong tot middelpunt en twee coördinaatassen tot assen hebben.
A1A2 = 2a, BXB2 = 2b en CjC2 = 2c zijn de assen, Alt A2, Bx, B2, Clt C2 de 6 toppen en O het middelpunt der e. (zie fig. kol. 126). Zijn twee assen gelijk, dan heeft men een om wentelingsellipsoïde. v.
Kol