rivier van de Geldersche Vallei in de prov. Utrecht.
Ze ligt op de plaats van een verlaten Diluviale Rijngeul en ontstaat bij Amersfoort (= Amesvord) uit een aantal weteringen, die van den Westrand der Veluwe komen en waarvan de Luntersche en de Barneveldsche Beek de voornaamste zijn. De Eem staat sinds 1616 onder beheer van het „Hoogheemraadschap van de rivier de Eem, beken en aankleve van dien”.
Zij stroomde door een strook veen, maar de zee bracht bij overstroomingen een laag klei langs de kust en de rivier. Alleen de Oostelijke oever is bedijkt, de landen aan den Westkant zijn drassig (weiland).
Vóór de afsluiting van het IJselmeer (1932) overstroomden de oeverlanden herhaaldelijk (bijv. de bekende overstrooming van Jan. 1916). Tot 1932 waren er ook getijden, alhoewel zwak.
Voor de scheepvaart beteekent de Eem niet veel; wel werd ze in den loop der tijden meermalen verbeterd en door hoofden in de Zuiderzee geleid, maar de schepen kunnen geen grooter diepgang hebben dan 1 meter. ➝ Eemstelsel. Akveld.