soms doopakte, doopattest of doopcedel genoemd, getuigschrift van het op bepaalde plaats en tijd ontvangen Doopsel. Zulk bewijs is vereischt bijv. vóór het huwelijk, vóór de intrede in het klooster, vóór de kruinschering.
De pastoor, die het aflevert, moet de bijzonderheden, in zijn ➝ doopboek geschreven, vermelden (C.I.C. can. 470, § 2).Salsmans.