Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Doodsstrijd

betekenis & definitie

gaat aan den dood vooraf, indien deze niet plotseling intreedt. De toenemende stoornis in de levensverrichtingen door ziekte of ouderdom leidt tot uitputting.

De onmiddellijke aanleiding tot den d. is de onvoldoende hartswerking. In samenwerking met de bemoeilijkte ademhaling kan de vermeerderde en opgehoopte afscheiding in de luchtwegen niet meer worden uitgehoest; daardoor ontstaat het reutelen.

Gewoonlijk is het bewustzijn iets gestoord, maar lang niet altijd. Het karakter van den d. wordt niet alleen beheerscht door lichamelijke factoren, maar eveneens door het geestesleven.

Als de zieke zich geheel kan overgeven aan Gods Wil en de genademiddelen der Kerk dankbaar heeft ontvangen, dan kan, niettegenstaande den natuurlijken angst voor den dood, de d. zelfs een rustig verloop hebben. Het is de taak van den geneesheer den d. te verlichten.

Daartoe mag hij gebruik maken van middelen, die de pijnen en angsten verminderen, zonder dat zij het gebruik van de rede uitschakelen. De vrije wil van den stervende moet geëerbiedigd worden.

Nimmer mag het leven direct verkort worden, maar evenmin behoeft de d. verlengd te worden. (Zie over dit alles uitvoeriger onder ➝ Euthanasie.) Als geen genezing mogelijk is, kan het natuurlijk verloop aan zich zelf overgelaten worden. Sterke verdoovende middelen, die bovendien het gebruik van de rede aantasten, kunnen geoorloofd zijn door de hevigheid van de pijnen, mits de geneesheer de zekerheid heeft, dat de zieke op den dood is voorbereid en hij van diens instemming overtuigd is.

De geneesheer kan den plicht hebben den zieke over het naderend einde in te lichten; zeker is hij niet verantwoord het doodsgevaar te ontkennen.J. Deelen.

< >