(muziek), Lat. discantus of cantus, Fr. déchant of dessus, sopraanpartij, hooge vrouwen- of knapenstem. Sinds de 12e eeuw heette aldus de hooger gelegen tegenstem (contrapunt).
Door discanteeren werd ook het contrapunt zelve verstaan; de oorspronkelijke beteekenis van d. is dan ook dubbel gezang. De d. werd veelal geïmproviseerd (déchant sur le livre, contrapuntto alla mente).
Nu nog noemt men d. het hooger gedeelte van de tonenreeks (te beginnen met c1). de Klerk Discant-doofheid Discant-doofheid is minder goed of in het geheel niet hooren van hooge tonen en hooge geluiden, bijv. tikken van horloge. Symptoom bij aandoeningen van het binnenoor, gehoorzenuw of gehoorcentra.