Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Diphtherie-bacil

betekenis & definitie

In 1884 door Löffler gevonden, is de verwekker van de diphtherie. De bacil is 2—4 micron lang en 0,5 micron breed.

Hij groeit o.a. goed op gestold paardeserum met een weinig glucose erbij (Löffler ’s paardeserumbodem).De bacil is tegen desinfecteermiddelen niet weerstandskrachtig en een 1% carboloplossing of een 1o/00 sublimaatoplossing dooden hem in 1 minuut. Tegen uitdrogen kan hij echter vrij goed. Met een door Neisser aangegeven kleurmethode worden er in de bacillen korrels zichtbaar, welke donker gekleurd zijn (korrels van Babes-Ernst). Wyers Diphtong Verbinding van vocaal en halfvocaal (vallende d.) of van halfvocaal en vocaal (stijgende d.) tot één lettergreep. Voorbeelden: e+i (vallend) in Ned. ei, rein, wijn; u+o (stijgend) in Ital. luogo, fuoco; a-fu (vallend) Ned. paus, blauw, meest ook in bouw, hout (vroeger o +u). → Diphtongeering. Mansion Diphtongeering Ontwikkeling van een → diphtong uit één enkelen klank. In het Engelsch neigen de lange vocalen tot diphtongen, zoodat ê, ï een ien ö een u-naslag krijgen: vgl. de uitspraak van lake, bead, road, met Ned. leek, bieden, roode; nochtans is de neiging ook in het Nederlandsch aanwezig, althans als vulgarisme: beiter, loupen. Een zeer groote uitbreiding vertoont in de moderne West-Germaansche talen de diphtongeering van i, ü, ü: bijten, to bite, beissen; drijven, to drive, treiben (ei, ai, uit i); house, Haus; brown, braun (au uit ü); huis, bruin uit huus, bruun, D. heute, Leute (oi-klank uit vroegere lange ü).

Romaansche diphtongeering van e, o uit Lat. i, e of u, o heeft men in Sp. cierto, cuesta (Lat. certus, costa), Fr. fei, foi, soie (Lat. fides, seta), Fr. pied, Sp., Ital. pie; Oud-Fr. nuef, Sp. nuevo, Ital. nuovo; Fr. muert, meurt, Sp. muere, Ital. muore (Lat. pes, pedis; novus; moritur). De Fr. oi, vroeger o-f-i (vallend) is thans u+a (stijgend), terwijl eu uit ue monophtong geworden is. Mansion Diphyodont Diphyodont noemt men het gebit, waar men tijdens het leven één tandwisseling aantreft, zooals bij de meeste zoogdieren, waar het melkgebit door het definitieve gebit wordt vervangen.

< >