Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

David Lloyd George

betekenis & definitie

Eng. staatsman. * 17 jan. 1863 te Manchester. In 1890 werd hij liberaal afgevaardigde in het Lagerhuis, waar hij dadelijk stelling nam tegen den Boerenoorlog. Tijdens den Wereldoorlog minister van Munitie, daarna, in Juli 1915, min. van Oorlog; einde 1916 werd hij minister-president in het coalitiekabinet.

Op de vredesconferentie van Versailles kantte hij zich hardnekkig tegen de Rijnpolitiek van Clemenceau en was voorstander van een gematigd optreden tegenover Duitschland. Toen Griekenland, dat hij steunde in den oorlog tegen Turkije, in October 1922 de nederlaag leed, trad hij af. Weldra brak er twist uit tusschen de liberale leiders, o.m. met Asquith en J.

Simon, die het coalitiekabinet Mac Donald steunden. Bekwaam en temperamentvol; maar zijn te groote impulsiviteit berokkende hem veel vijanden.Werken: Better Times (1910); Through terror to triumph (1915); Is it the peace ? (1923).

Lit.: Edwards, D. L. G. (2 dln. 1929); Ch. Mallet, Mr. L. G. (1930).

Cosemans.

< >