Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Cuyp

betekenis & definitie

Cuyp - Schildersfamilie te Dordrecht, welker beroemdste lid is Aelbert. Zijn vader, Jacob Gerritsz, tevens zijn leermeester, en diens broeder Benjamin waren ook zeer verdienstelijke leden.

Jacob Gerritsz, * 1594, ✝ 1651, geschoold te Utrecht bij Abr. Bloemaert, schilderde vooral portretten, die door voornamen eenvoud uitblinken. Benjamin, * 1612, ✝ 1652, was ondanks zijn korte leven zeer vruchtbaar, zoodat zijn schilderijen, meest bijbelsche voorstellingen en landschappen, niet zeldzaam zijn. Deze vertoonen een sterken invloed van Rembrandt. Zie plaat.

Ver boven hen steekt Aelbert uit, * 1626, ✝ 1691, die een der sieraden onzer 17e-eeuwsche schilderschool is. Hij is een der veelzijdigste kunstenaars dier periode; behalve landschappen schilderde hij interieurs, portretten, riviergezichten, stillevens en dieren. Tevens is hij een der weinige Hollandsche schilders, die in grooten welstand geleefd heeft en tot hoog aanzien kwam. In zijn lang leven maakte zijn kunst een rijke ontwikkeling door: zijn vroege landschappen zijn in één kleur geschilderd (bruin), echter met ongeëvenaard schoone nuanceeringen. Langzamerhand komt hij dan tot de natuurlijke kiemen en tot het weergeven van licht en atmosfeer. Scherp observeerde hij de natuur in al haar vormen, vooral in de waterrijke omgeving van Dordrecht, en in zijn rijpe werken bereikte hij belichtingseffecten op water, land en wolken, die deze tot de schoonste in de Ned. kunst maken.

Op dit gebied is hij verwant met Jan van Goyen, die nog iets subtieler is in tonaliteit; het is mogelijk, dat zij elkaar beïnvloed hebben. Zijn landschappen en weiden met vee, waarover de karakteristieke goudtoon is uitgegoten, hebben misschien nog den grootsten roem verworven. Met Potter is hij ongetwijfeld de knapste dierenschilder van zijn tijd, maar koeien en paarden zijn bij hem geen hoofdzaken, doch slechts onderdeelen van het landschap; in de weelde van het zonlicht gaan zij er in op. Op zijn tijdgenooten heeft hij weinig invloed gehad en men kan dan ook geen leerlingen van hem noemen.

Wel heeft zijn kunst sterk nagewerkt in de 18e eeuw, in Dordrecht op de van Stry’s en in Engeland op vsch. landschapschilders (Wilson, Turner e.a.). Daar te lande had men al vroeg zijn meesterwerken gekocht en deze bevinden zich er nog. C. is in onze musea dan ook zeer onwaardig vertegenwoordigd (het best nog in Rotterdam) en men kan zijn kunst eerst in de Eng. musea en part. collecties leeren kennen. Hij heeft ook een groot aantal teekeningen en enkele etsen nagelaten.

Lit.: Bode, Holl. u. vlam. Malerschulen ; Holst, de Groot, in Besch. u. krit. Verzeichn. d. Werke holl. Maler (II 1908.) Schretlen

< >