Contractuur - dwanghouding van een gewricht met veranderde of opgeheven beweeglijkheid. C. kan ontstaan door verkorting der weefsels, die het gewricht omgeven.
Men onderscheidt;
1° dermogene c., als de huid geschrompeld is (bijv. na een verbranding);
2° desmogene c., als het bindweefsel verkort is. Een bijzondere vorm is de tendogene, die ontstaat door verkorting van een pees;
3° myogene c., door schrompeling van een spier;
4°arthrogene c., die ontstaat door ziekten van het gewricht of de gewrichtskapsel;
5° neurogene c., die ontstaat, doordat de spieren onder invloed van abnormalen toevoer van zenuwprikkels verkort worden. Hierbij kan men weer drie vormen onderscheiden: de reflectorische, die ontstaat als een gevoelszenuw te sterk geprikkeld wordt, de spastische, die een gevolg is van te sterken toevoer van zenuwprikkels naar een bepaalde spier of spieren, en de paralytische, die ontstaat als een bepaalde spier of spieren te weinig zenuwprikkels toegevoerd krijgen.
6° Psychogene c., die onder invloed van psychische factoren ontstaat. Hierbij zijn dan ook geen organische afwijkingen te vinden in de weefsels, behalve dat op den duur deze gaan schrompelen in hun abnormalen stand.
Enkele c. zijn meer bekend, o.a. de spitsvoet of pes equinus (paardenvoet), die vaak na kinderverlamming optreedt. Als c. van Dupuytrin kent men een buigstand der vingers door schrompeling der peesscheede in den palm der hand.
De behandeling der niet-psychogene c. bestaat in operatieve verlenging der verkorte deelen en fixatie in den goeden stand gedurende eenigen tijd.
Klessens/Krekel.