Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Concordaat van fontainebleau

betekenis & definitie

Concordaat van fontainebleau - Tijdens Pius’ VII gevangenschap te Fontainebleau kreeg Napoleon (25 Jan. 1813) van den door jarenlang lijden verzwakten paus de onderteekening van een stuk, dat volgens den tekst zelf voorloopig geheim moest blijven en slechts bedoeld was als grondslag voor onderhandelingen tusschen paus en keizer. Toch liet Napoleon het onmiddellijk afkondigen en als „C. v. F.” voor heel zijn rijk verplichtend stellen.

Hoofdbepaling was: wanneer de paus een bisschop, uiterlijk 3 maanden na zijn benoeming door Napoleon, de jurisdictie nog niet heeft verleend, zal dit kunnen geschieden door den metropolitaan of den oudsten bisschop van de kerkprovincie, uitgezonderd voor de zes Rom. sub-urbicaire bisdommen en nog 10 andere in Fr. en (of) Italië. Nap. liet nu de gevangen gezette raadgevers van Pius vrij, maar op hun advies herriep de paus door een eigenhandig schrijven aan Napoleon (24 Maart) en een breve (9 Mei), wat hem door list en geweld was afgedwongen. Toch hield Napoleon er aan vast, maar kort daarna kwam zijn nederlaag en afstand.

Lit.: Welschinger, Le Pape et L’Empereur (Parijs 21924).

V. Claassen.

Concordaat van 1827, tot stand gekomen om te geraken tot een betere organisatie van de Katholieke Kerk in Nederland. Als Willem I voor zich opeischt de benoeming van de kanunniken, die o.a. een bisschop van Amsterdam en Den Bosch zouden kiezen, blijft alles bij het oude. Willem II heeft in 1841 goedgevonden, dat de apostolische vicarissen van het Zuiden als missiebisschoppen zouden optreden. Feitelijk is het concordaat nooit uitgevoerd; als ontwerp is het in 1852 ingetrokken (➝ Capaccini; Celles (de); ➝ Hiërarchie in Nederland).

Lit.: P. Albers, Herstel der Hiërarchie in de Nederlanden (I 1903).

de Haas.

< >