Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Carossa

betekenis & definitie

Carossa - Hans, Duitsch lyrisch dichter en proverteller. * 15 Dec. 1878 te Bad Tölz. Als dokter midden in het leven staande en los van elke literaire modestroming, wist hij klassiek-evenwichtig zijn werk op te bouwen op een beheerschten levenszin. Het is van zeer bescheiden omvang en sterk autobiographisch, hoewel het persoonlijk beleven er steeds tot een hoogere werkelijkheid wordt opgevoerd.

Werken: Gedichte (1910); Dr. Bürgers Ende (1913); Der Arzt Gion (1913); Die Flucht (1916); Ostern (1920); Eine Kindheit (1922); Ruman. Tagebuch (1924, een oorlogs-dagboek); Verwandlungen einer Jugend (1928). Pintelon.

< >