Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Cana

betekenis & definitie

Cana - Bijbelsche geographische naam.

1° Grensstroom tusschen het gebied van Ephraïm en Manasse (Jos. 16. 8; 17. 9). Vuig.: Rietvallei. Waarschijnlijk = Wadi Kana bij Sichem.
2° Grensstad van het gebied van Aser (Jos. 19. 28), waarschijnlijk het huidige Kana ten Z.O. van Tyrus.
3° Nieuw-Testamentische plaats, vanwaar Nathanaël afkomstig was (Joh. 21. 2), waar Christus het water in wijn veranderde (Joh. 2. 1-12) en den zoon van den koninklijken beambte uit Capharnaum (Joh. 4. 46 vlg.) genas. Deze plaats lag in Galilea (Joh. 2. 1 e.a.). Minstens vanaf het jaar 400 hebben de pelgrims haar ongetwijfeld nergens anders gezocht dan in Kafr Kenna aan den huidigen weg van Nazareth naar Tiberias, waar in het heiligdom der Franciscanen ook resten van oude bouwwerken en een Hebreeuwsch inschrift bewaard worden. Indien de uitdrukking „Cana v. Galilea” insluit, dat er slechts één plaats van dien naam in Gal. was, moet men echter eerder denken aan Cana (thans Chirbet Kana) boven de vlakte van Asochis, 14 km ten N. van Nazareth, volgens mededeelingen van Flavius Josephus in dien tijd zeker een belangrijke plaats en waarvoor ook andere gronden pleiten (vgl. G. Dalman, Orte u.Wege Jesu, 3e dr. s.v.). “Simons

< >