Camillus de lellis - Heilige, stichter van de Orde der Paters Camillianen. * 25 Mei 1650 te Bucchianico (Italië), ✝ 14 Juli 1614 te Rome. Na een verwaarloosde jeugd en na verschillende veldtochten meegemaakt te hebben, bekeerde hij zich in 1575.
Trad tweemaal in bij de Capucijnen, maar een open wond aan zijn voet dwong hem telkens weer uit te treden. Kwam naar Rome, in het St. Jacobsziekenhuis, waar in dien tijd groote misstanden heerschten. Hij stichtte daarom een gezelschap van vrome mannen, die uit liefde de zieken hielpen. Om ook den geestelijken nood te kunnen lenigen, wordt Camillus priester, 1684.
Zijn gezelschap werd door Gregorius XIV verheven tot Orde met plechtige geloften en Camillus werd de eerste generaal. Na een leven met veel zorgen en veel lichamelijk lijden, geheel gewijd aan de naastenliefde, stierf hij, betreurd door de geheele stad. In 1742 werd hij zalig-, en in 1746 heiligverklaard. Leo XIII verhief den H. Camillus tot patroon der zieken en ziekenhuizen en nam zijn naam op in de litanie voor de stervenden. Pius XI gaf hem en Johannes de Deo, 28 Aug. 1930, tot voorbeeld en patroon aan alle ziekenverplegers.
Lit.: W. Wiesen, Kam. de Lellis u. sein Werk (Essen-Heidhausen 1921). “Schreur” Voorstelling in de kunst. Naar portret in zwarte soutane, op de linkerborst een rood kruis genaaid (eveneens op den mantel). Geknield voor een altaar met kruis, waarvan de Christus zich naar C. overbuigt, terwijl op den achtergrond een ziekenzaal zichtbaar is.