Camillianen - Orde der Paters (afkorting: O.S.C.), gesticht 1586 te Rome door den H. Camillus de Lellis met als doel: alle werken der naastenliefde, vooral bij zieken. De Orde breidde zich snel uit en had in de tweede helft van de 18e eeuw 7 provincies met 90 huizen en 15 noviciaten.
Door de antikerkelijke stroomingen daarna in haar groei sterk belemmerd, schijnt de Orde nu een nieuwen bloei tegemoet te gaan. Zij bestaat uit priesters en broeders en legt zich toe op alle werk van zielzorg en charitas. In Duitschland heeft de Orde een vooraanstaande plaats in de charitasbeweging, in de vorming van leekenapostelen, in de redding van drankzuchtigen, enz. Tegenwoordig zijn er drie Italiaansche, een Duitsche, een Fransche en een Spaansche provincie, met huizen in Holland, Noorden Zuid-Amerika, Oostenrijk, Denemarken en Polen.
In Nederland zijn drie huizen: Vaals (Esch): noviciaat; Vaals (Heuvel): juvenaat; Roermond (Kasteel Schöndeln): rustoord voor heeren, deels herstellingsoord voor drankzuchtigen. In België zijn huizen tc Doornik en Exaerde. Kleeding: zwarte toog met een rood kruis op de borst.
Lit.: W. Wiesen, Kam. de Lellis u. sein Werk (Essen-Heidhausen 1921). “Schreur”