Byron - 1° Henry James, Eng. tooneelschrijver, zeer populair omstr. 1870 en typeerend voor den smaak van het publiek kort voordat het voorbeeld van Ibsen het tooneel kwam vernieuwen. * 1834, † 1884. Stud. eerst medicijnen, toen rechten, maar werkte sedert 1865 uitsluitend voor het tooneel, als regisseur en directeur, als acteur en als schrijver.
In zijn eerste blijspelen bestaat de geestigheid grootendeels uit woordspelingen; later bracht hij huiselijke tafereeltjes met eenige werkelijkheidssfeer. Vooral Cyril’s Success (1868), Uncle Dick’s Darling (1869), Our Boys (1875).
Uitg.: De meeste stukken van H. J. B. zijn alleen gedrukt in het seriewerk Lacy’s acting edition of plays (1850-’90). — Lit.: A. H. Thorndike, Engl. Comedy (1929).
“Pompen.
” 2° Lord George Gordon, Eng. romantisch dichter, die na Rousseau den grootsten invloed heeft gehad op de wereldliteratuur en wiens persoonlijkheid nog altijd de belangstelling prikkelt van critici, historici en psychologen. *1788, † 1824. Zoon van een verarmde, losbandige, adellijke familie; student te Harrow en Cambridge.
Reisde in Spanje, Italië, Albanië, Griekenland en Turkije, 1909-1911 (Childe Harold 1 en 2). In Londen van 1811 tot 1816, beroemd, gevierd; het eene lange gedicht na het andere (The Giaour, The Bride of Abydos, The Corsair, Lara, The Siege of Corinth, Parisina, enz.); uitspattingen, waarbij hij zich o.a. ook (hoogstwaarschijnlijk) vergreep aan zijn gehuwde halfzuster Augusta Leigh; huwde 1815 Anne Milbanke, die zich na de geboorte van een dochtertje, Augusta Ada, het volgend jaar van hem liet scheiden. Het schandaal in Londen over deze scheiding was zoo groot, dat B. in 1816 Engeland verliet om er nooit meer terug te keeren. Reisde over Oostende, Brussel, den Rijn, naar Genève, waar hij de Shelley’s ontmoette, en bij miss Jane Clairmont een kind verwekte, dat hij Katholiek wilde opvoeden (Allegra, † 1822). In Italië (sedert 1817) begon hij een nieuw leven van uitspattingen en groote dichterlijke productiviteit; vormde een liaison met de minderjarige echtgenoote van graaf Guiccioli van Ravenna, en besloot ten slotte zich te vermannen tot een leven van actie. Eerst steunde hij het Italiaansch nationalisme en sloot zich aan bij de Carbonari; maar door het oprukken der Oostenrijksche troepen mislukten zijn plannen.
Toen wilde hij, niettegenstaande zijn wankele gezondheid, gaan deelnemen in den Griekschen onafhankelijkheidsoorlog. Hij vertrok werkelijk, maar stierf 19 April 1824 te Missolonghi aan de koorts. In de gedichten van zijn eerste periode (vóór 1816) poseert B. meestal als de sombere, trotsche individualistische held van het ➝ Byronisme; daarna heeft hij zijn levendigste vers-verhalen (Mazeppa), zijn geestigste, realistische satiren (Beppo, The Vision of Judgment, vooral Don Juan), en tevens de hoogste creatie van zijn individualisme (Cain, a Mystery) geschreven. Als mensch onevenwichtig maar hoogbegaafd, de afgod der vrouwen, ziekelijk impulsief, waarschijnlijk sexueele afwijkingen, zonder eigen levensbeschouwing, zonder ander stuur dan de zucht naar sensatie en het sensationeele.
Held van de „Satanische School”. Als dichter wilde hij bewust terug naar het Klassieke evenwicht en de vormen van Pope grootendeels uit opstandigheid tegen de opstandige Romantiek van zijn omgeving; maar onbewust was hij de geestelijke erfgenaam van Voltaire en Rousseau. De veelzijdigheid en het innemende van zijn persoonlijkheid en van zijn rijke geestesgaven komt het meest ongedwongen tot uiting in zijn Brieven, waarvan er reeds meer dan duizend zijn gedrukt.
Werken: de voornaamste titels zijn boven genoemd. — Uitgaven zijn ontelbaar; standaarduitg. in 7 dln. van E. H. Coleridge (1898-1903); V. H. Collins (1927); prachtuitg. van Childe Harold (Parijs 1932). — Lit.: Ethel C. Mayne (2 dln. 21924); M. Castelain (1931); enz. Over B.’s drama’s vooral S. C. Chew (1915).
“Pompen.
”